<      Martina van de Stadt, [213.d3] (10/1/1880 - 5/11/1962)

         [Bron: Marianne Alida Wognum, [213.d2d1d1]

         „Enigjes”

Martina van de Stadt          Van haar eerste jaren zijn geen gegevens bekend, maar er is wel de bijgaande foto van hof-fotograaf Greiner uit die tijd. In het familie boek wordt alleen kort melding gemaakt van het beroep van haar man.
         Zij was de peettante van Martina Catharina Stuurman (1907-1999) [213.d2d1] (de dochter van haar zuster Alida van de Stadt [213.d2] en Hendrik Stuurman). Dit verhaal over Martina begint bij de dood van haar man Cornelis (Cees) van Amstel (1877-1941, p.202), toen bleek dat zij - kinderloos - zonder een pensioen was achtergebleven. Daar kwamen haar broer Jan van de Stadt [213.1] en Willem Jan Wognum (echtgenoot van Martina Catharina) tegen in opstand. Ze staken de koppen bij elkaar, togen naar de werkgever van Cees van Amstel en ..., Martina kreeg een - zij het klein - pensioen. Zij bleef wonen in Heemstede samen met haar hondje, dat voor haar alles was, en dus bij haar gezellig in bed sliep. Ze werd veelvuldig bezocht door haar nicht Martina en verdere familie, die ze op de voet volgde.
         Zij bleek een geestige, ontwikkelde en geïnteresseerde vrouw. Zij had een vaste uitdrukking voor alles wat ze leuk vond: „oh, wat enigjes”! Toen achternicht Marianne vertelde dat ze met haar klas naar Parijs ging (let wel: 1957), vloog ze van haar stoel onder het uitroepen van: „enigjes, enigjes”! Vervolgens moest ze het naadje van de kous weten. De avonturen in Parijs waren niet te geloven „enigjes” voor haar.
         Enkele weken na haar dood in 1962, moest het huis ontruimd worden (zij liet haar zeer geringe erfenis na aan boven genoemde nicht Martina Catharina) en dat was geen sinecure. Bij het openen van de kasten viel er van alles uit onder luid gerinkel. Toen wilden nicht Martina en achternicht Marianne het vloerkleed oprollen, maar tot hun verbijstering kroop en vloog het ongedierte plotseling over hun handen (de zeer tochtende serre was daarvan waarschijnlijk de oorzaak). De dames vlogen achteruit, barstten in de lachen uit en riepen tegelijkertijd: „oh, wat enigjes”! Martina zou daar zelf hartelijk om gelachen hebben. Toen werd er traan weggepinkt en begrepen ze dat het tijdperk van „Tantetje”, zoals Martina haar noemde, voorbij was. Het later gestoomde kleed heeft nog jaren dienst gedaan bij de familie Wognum.


Maart 2020, Marianne Wognum (1943), kleindochter van Alida van de Stadt




|| Terug naar verhalen, ||

Dit verhaal werd toegevoegd: 15 mrt 2020